Een aangepast voorbeeld uit de praktijk (met fictieve namen):
Een textielgroothandel met diverse vestigingen importeert vooral kleding uit China. Veel succes heeft het bedrijf met de verkoop van kleding (T-shirts) die bedrukt zijn met bekende animatie-figuren. Na de oprichting in 2008 maakt het bedrijf een snelle groei door. Twee jaar na de start wordt boekhouder Jan H. aangenomen als versterking van de financiële afdeling. Een degelijke, ervaren, hardwerkende collega die al snel het volste vertrouwen geniet van het managementteam. Binnen afzienbare tijd krijgt hij de volledige volmacht om de verschillende bedrijfsrekeningen te beheren.
Na een jaar of vijf begon hij met frauduleuze handelingen. Stelselmatig boekt hij tienduizenden euro’s over naar eigen bankrekeningen. Hiervoor gebruikt hij valse facturen en ook doet hij foutieve btw-aangiften. Later begint hij ook contante bedragen op te nemen waarvan een groot deel wordt geadministreerd als rekening-courantvordering op de holdingvennootschap van de directie. Na vragen van de Belastingdienst komt het lek boven tafel. Jan H. wordt op staande voet ontslagen. Ook stapt het bedrijf naar de rechter en eist terugbetaling van het gestolen geld. Jan H. wordt schuldig verklaard voor verduistering van 580.000 euro. Die moet hij terugbetalen. Door de Accountantskamer wordt hij voor 3 jaar geschorst.
Hoe kun jij dit voorkomen?
Gemiddeld schadebedrag: 20% hoger dan €200.000
Bij fraude door eigen medewerkers (interne fraude) ziet de top 4 er als volgt uit:
- Verduistering van goederen of geld;
- Declaratiefraude;
- Vervalsen van documenten en
- Bedrijfsspionage.
Interne fraude wordt drie keer zo vaak door mannen gepleegd dan door vrouwen. Eenderde van de interne fraudeurs werkt op de Finance-afdeling. Het schadebedrag ligt in bijna de helft van de gevallen boven de €50.000. Hiervan is 20% hoger dan €200.000.